Uitspraak rechtbank over afvalwaterlozing Shell
De Rechtbank Oost-Brabant heeft op 17 december een uitspraak gedaan in de zaak tussen Shell Nederland Chemie B.V. en Waterschap Brabantse Delta. Het beroep van Shell is deels gegrond verklaard, en het waterschap is verplicht binnen zes maanden een nieuw besluit te nemen over de revisievergunning.
Geschil over lozingseisen en vergunning
De rechtszaak betreft aangescherpte lozingseisen en aanvullende verplichtingen die het waterschap had opgelegd bij het vernieuwen van de watervergunning. De rechtbank heeft enkele van deze voorschriften vernietigd omdat ze onvoldoende onderbouwd waren. Voor andere punten moet het waterschap opnieuw een besluit nemen, rekening houdend met het oordeel van de rechtbank.
Naftaleen als twistpunt in de zaak
Een kritisch punt in de zaak was de aangescherpte norm voor naftaleen, een stof die risico’s kan opleveren voor mens en milieu. Het waterschap wilde de jaarlijkse lozing beperken van 390 kilo naar maximaal 25 kilo, met uitzonderingen tot 50 kilo. Shell betwistte dat deze norm haalbaar is binnen hun reguliere bedrijfsvoering.
Deskundig advies in complexe rechtszaak
De rechtbank benadrukte dat het een technisch en juridisch complexe zaak betrof. Daarom werd er advies ingeschakeld van een onafhankelijke instantie die rechters ondersteunt bij milieuzaken. Dit advies was cruciaal voor het beoordelen van de eisen en de juridische onderbouwing ervan.
Waterschap respecteert uitspraak
Waterschap Brabantse Delta heeft aangegeven de uitspraak te respecteren en zal de gevraagde aanpassingen doorvoeren. Dijkgraaf Joris Bengevoord onderstreept dat het gaat om juridische verbeteringen en dat de bescherming van de waterkwaliteit voorop staat. Shell heeft tot nu toe binnen de geldende normen gehandeld, waardoor de zaak vooral juridisch van aard is.
Tijdelijke voorwaarden en vervolgprocedure
Totdat het waterschap een nieuw besluit heeft genomen, blijven tijdelijke lozingseisen van kracht die door de rechtbank zijn vastgesteld. Tegen de uitspraak kan in hoger beroep worden gegaan bij de Raad van State, en het waterschap overweegt mogelijke vervolgstappen.

