Rechter oordeelt over ontslag directeur zorginstelling
Bij de rechtbank Den Haag vond recent een zaak plaats waarbij een zorginstelling een directeur wilde ontslaan. De reden was zijn liefdesrelatie met een collega die onder zijn leiding viel en zijn nalatigheid om dit te melden. De rechter oordeelde dat de directeur niet mocht worden ontslagen, aangezien een werkgever geen algeheel relatieverbod kan opleggen, maar wel gedragsregels zoals een meldplicht kan instellen.
Relatie leidt tot schorsing
In 2024 had de directeur gedurende zeven maanden een relatie met een medewerker onder zijn directie, die eindigde in begin 2025. Het bedrijf kwam pas een half jaar later achter de relatie, toen deze door de medewerker werd gemeld. Hierop volgde schorsing van de directeur en een verzoek tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter, gebaseerd op drie gronden: ernstig verwijtbaar handelen, ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, en cumulatie van omstandigheden.
Belangen van de werkgever en persoonlijke levenssfeer
De kantonrechter stelde vast dat een werkgever niet in het algemeen kan verbieden dat werknemers relaties aangaan, aangezien dit de persoonlijke levenssfeer betreft. Wel is het toegestaan om gedragsregels op te stellen ter bescherming van integriteit en om belangenverstrengeling te voorkomen. De directeur had zijn relatie moeten melden, maar de rechter concludeerde dat het niet melden niet voldeed aan de eisen voor ernstig verwijtbaar handelen. Bovendien was de relatie wederzijds, gelijkwaardig en leidde deze niet tot verstoringen binnen de organisatie.
De uitspraak benadrukt dat werkgevers voorzichtig moeten omgaan met werkrelaties. Een meldplicht is rechtmatig, maar bij ontslag moet aantoonbaar zijn dat schade of verstoring is ontstaan. Organisaties kunnen transparantie over liefdesrelaties op de werkvloer eisen, maar juridisch gezien zijn deze relaties geen taboe.

